Taalles op het mbo: van vak naar vaardigheid
Hoe gebruik je taal in gesprek met een klant, als je met vrienden aan het gamen bent, of wanneer je de kleine lettertjes van een contract doorleest? Met zulke situatiegerichte vragen verschuift de focus van het vak naar de vaardigheid en het belang van taal in het dagelijks leven. Dat vergroot het leereffect bij mbo-studenten, vertellen Saskia Streutker, portfoliomanager talen mbo bij Malmberg, en Johannes-Rink Eizinga, sectievoorzitter Nederlands op het Hoogeveense Alfa-college.
Accent op ‘doen’
Vraag mbo-studenten waarom ze kiezen voor een bepaalde opleiding, en het antwoord zal nooit zijn: ‘Vanwege de talen.’ Mbo’ers kiezen een opleiding om een vak te leren, omdat ze verpleegkundige, betonvlechter of bloemist willen worden, niet vanwege de generieke vakken. Nederlands, Engels en Duits zijn voor hen een bijkomstigheid, geen hoofdzaak. En voor die bijkomstigheid zijn ze vaak moeilijk te motiveren.
Hoe enthousiasmeer je mbo-studenten voor taalonderwijs en hoe kan dit bijdragen aan hun opleiding? ‘Het antwoord zit in de verschuiving van taal als vak naar het inzetten van taal als vaardigheid’, legt Saskia uit. ‘Een taal leren gaat dan minder over theorie en kennis, en meer over de praktijkgerichte relevantie en inzet ervan. Dat sluit een stuk beter aan op de leerstijl van mbo-studenten, die het liefst leren door te doen. Het gevolg is dan ook meer motivatie en een groter leereffect.’
Burger en beroepsbeoefenaar
Dat studenten een taal beter leren wanneer de instructie is toegespitst op het dagelijks leven en de beroepspraktijk, blijkt onder meer uit het visiedocument van het sectiebestuur Nederlands van de Vereniging van Leraren in de Levende Talen. ‘Het gaat erom taal aan te bieden op inductieve wijze’, licht Saskia toe. ‘Door studenten vooral taal te laten gebruiken, met taal bezig te laten zijn. Zo ontwikkelen ze hun taalvaardigheid in het onderwijs: als burger en als beroepsbeoefenaar.’
Nut en noodzaak
Deze toepassingsgerichte aanpak vergroot het besef van nut en noodzaak bij de student. Saskia: ‘Als studenten taal gaan zien als tool om zich verstaanbaar te maken, beseffen ze dat ze hun vak beter kunnen uitoefenen en beter kunnen deelnemen aan de samenleving. En dat vergroot hun motivatie om een taal te leren of beter in te zetten.’
Praktijkvoorbeelden
Studenten het nut van het vak laten inzien: dat vindt Johannes de grootste verantwoordelijkheid én kracht van een docent. Hij betrekt daarom zelf veel praktijkvoorbeelden in zijn lessen. ‘Daarmee maak je taal interessant en laat je zien hoe belangrijk taalbeheersing is.’ Als voorbeeld vertelt hij over een installatiemonteur die een lastige klantvraag krijgt. ‘Om die goed te beantwoorden, moet de monteur een controlevraag stellen en een heldere uitleg geven over een ingewikkeld onderwerp. Anders bestaat de kans dat ‘ie z’n klant verliest. Met zo’n casus maak je studenten bewust van de noodzaak én de voordelen van goede communicatie.’
“Een goede taalbeheersing draagt bij aan een sterkere positie in de wereld.” – Saskia Streutker, portfoliomanager talen mbo bij Malmberg
Sterker in de wereld
Dat geldt ook voor schriftelijke communicatie, vervolgt hij. ‘Het is van groot belang dat studenten beroepsgerichte teksten goed begrijpen. Denk aan offertes, instructies en veiligheidsvoorschriften.’ Saskia benadrukt de relevantie van taalvaardigheden in het dagelijks leven. ‘Weet je een taal op de juiste manier in te zetten, dan voer je met meer zelfvertrouwen een belangrijk gesprek en begrijp je een bericht van de Belastingdienst beter. Ook in informele situaties kan taalbeheersing veel opleveren, bijvoorbeeld als je nieuwe vrienden maakt op reis of bij het spelen van online games. Op die manier draagt een goede taalbeheersing bij aan een sterkere maatschappelijke en sociale positie in de wereld.’
Verbindende factor
Bij geïntegreerd taal- en praktijkonderwijs is de taaldocent een verbindende factor tussen taallessen en de praktijk. ‘Die praktijk beperkt zich niet tot een stage of beroep,’ benadrukt Saskia, ‘maar strekt zich uit tot het dagelijks leven, het burgerschap en alle vormen van taal die je daarin tegenkomt.’ Daarom adviseert ze taaldocenten om samen met studenten de vraag te stellen waarom taal belangrijk voor ze is. ‘Zo vergroot je de motivatie en urgentie.’ Ook voor de vakdocent is een belangrijke rol weggelegd. ‘Die kan in de praktijklessen aandacht besteden aan het taalaspect van het beroep.’
Samenwerking met vakdocenten
Johannes ziet veel potentie in een nauwere samenwerking tussen taal- en vakdocenten. ‘Combineer de expertise van de taaldocent met die van de vakdocent’, adviseert hij. ‘Laat studenten bijvoorbeeld een praktijkgerichte presentatie maken. Als taaldocent let je op stijl, samenhang en opbouw, terwijl de vakdocent zich op de inhoud richt. Op die manier ontwikkelen studenten hun taalvaardigheid en leren ze tegelijkertijd meer over hun toekomstige beroep.’
Onderzoekend leren
‘Educatieve uitgeverijen kunnen hiervoor ondersteuning bieden met methodes op inductieve basis’, vult Saskia aan. ‘Uitgeverij Malmberg is hier al mee bezig.’ Met deze methodes leren studenten onderzoekend, door het zelf opdoen en toepassen van inzichten. In combinatie met realistisch en authentiek taalgebruik in het lesmateriaal, dat ze ook buiten school kunnen tegenkomen, maak je het vak zo herkenbaar en actueel. Hierdoor worden studenten gemotiveerd om hun taal vanzelfsprekend als natuurlijk communicatiemiddel in te zetten. Zo draagt taalonderwijs eraan bij dat jonge mensen sterker in de wereld staan.’
Meer weten over taal als vaardigheid of over de lesmethode Taalblokken?
We helpen je graag. Neem contact op met Saskia Streutker: saskia.streutker@malmberg.nl of 06 82 61 73 27.
Taalblokken Nederlands, Engels en Duits
Taalblokken ondersteunt jou in het opleiden van studenten tot taalgebruikers die met vertrouwen hun taal inzetten op school, in hun toekomstige beroep en als kritisch burger. Taalblokken is er voor Nederlands, Engels en Duits. Voor meer informatie over deze methodes bekijk de methodepagina.